Derde sessie Van Land tot Pand West-Brabant: ‘commitment en afspraken in de keten’
De derde kennissessie ‘Van Land tot Pand’ over biobased (ver)bouwen in West-Brabant draaide om afspraken maken tussen boeren, bouwbedrijven en woningcorporaties om biobased bouwen van de grond te laten komen. Wat is er nodig? Hoe kunnen partijen elkaar versterken? In vier bijeenkomsten, georganiseerd door Building Balance, Rabobank, REWIN, Circulair bouwen Zeeland, Impuls Zeeland en Regio West-Brabant (RWB) leren agrariërs, bouwbedrijven en woningcorporaties uit de regio hoe ze elkaar kunnen versterken.
Verschillende sprekers, onder wie Jasper van den Munckhof van Building Balance, bekeken samen met de aanwezigen wat er allemaal komt kijken bij een duurzame biobased bouwketen. Naast het telen van gewassen, het produceren tot bouwmateriaal en de uiteindelijke toepassing in woningen, is ook de uitstoot tijdens die processen, het transport en de certificering belangrijk.
“Vezelgewassen zoals hennep, vlas en olifantsgras leggen veel CO2 vast. Om dat niet te laten vervliegen, dienen we het als bouwmateriaal in huis te brengen. Bijvoorbeeld als isolatiemateriaal dat 50 jaar onder het dak blijft zitten”, legde Van den Munckhof uit. “Voordat je kunt spreken van een duurzame biobased bouwen, moet wel de volledige keten zoveel mogelijk CO2-neutraal zijn. Er is commitment van alle partijen nodig, om samen afspraken te maken hoe je de volgende stap in de keten zet.”
Wat is er nodig?
In werksessies werd dieper ingegaan op de vraag wat iedere groep nodig heeft. Woningcorporaties hebben vooral behoefte aan duidelijke onderlinge afspraken over het toepassen van biobased (isolatie)materiaal. Bouwbedrijven zijn op zoek naar de juiste goedgekeurde bouwmaterialen, die zij kunnen toepassen in hun projecten. Daarvoor stappen ze graag samen in een kennistraject.
Tot slot de boeren. Die geven aan dat een aantrekkelijker verdienmodel voor teeltgewassen zoals vlas of miscanthus helpt bij de overstap op het telen van de grondstoffen voor biobased materialen. Een (tijdelijke) prijsgarantie kan daarbij een zetje geven, aldus een van de aanwezige boeren.
Meedoen?
In de volgende sessies zoomen de deelnemers in op de tussenschakels in de keten. Want wie en wat is er nog meer nodig om doormiddel van ketensamenwerking een goed resultaat te bereiken?
Wilt u meer weten over dit onderwerp en/of een volgende keer graag aansluiten? Neem dan contact op met Ketenregisseur Mark Kok (mark@buildingbalance.eu). De volgende sessie is in januari 2024.
Dit artikel is geschreven door Regio West-Brabant.
BB23: Van Land naar Pand – Aan de slag met opschaling
Wat een energie heerste er op ons event, BB23: Van land tot pand! Alle ruim 150 aanwezigen willen biobased bouwen met Nederlandse grondstoffen zo snel mogelijk opschalen. Van praten naar doen! Sterker nog: het gebeurt al. Maar nu is het tijd voor de grote beweging naar een serieuze biobased economie. De Nationale Aanpak Biobased Bouwen (NABB), het opschalingsplan van de overheid, geeft daar de handvatten voor. Onze bezoekers kregen een sneakpreview van de plannen die 8 november officieel zijn gelanceerd. Met de positieve energie en concrete acties die tijdens het event zijn besproken, gaan we gezamenlijk aan de slag om de doelen uit de nationale aanpak te realiseren!
Het is bijna niet te geloven hoe snel het Building Balance programma groeit! Met die constatering trappen Jasper van den Munckhof van Building Balance en Martje Fraaije van de Rabobank de dag af. “Er zijn dit jaar 20 regionale ketens opgestart, verschillende vezelgewassen geteeld, bouwprojecten gerealiseerd en heel veel mensen betrokken geraakt. En dat is nodig! Nu is het zaak een serieuze biobased economie neer te zetten. De Nationale Aanpak Biobased Bouwen gaat ons daarbij helpen, maar alleen samen krijgen we het écht voor elkaar.”
Hoofdlijnen Nationale Aanpak Biobased Bouwen
Op 8 november spreekt de Rijksoverheid haar biobased ambities uit, met de lancering van de Nationale Aanpak Biobased Bouwen (NABB). Tijdens de bijeenkomst schetst Bouwe Meijer, van het Ministerie van Binnenlandse Zaken de contouren: “De NABB is een grootschalig plan om de markt voor biobased bouwen op te schalen. Vier ministeries (BZK, EZK, LNV en IW) en een groot aantal marktpartijen hebben de plannen opgesteld. Het bestrijkt namelijk uiteenlopende gebieden. Van het stimuleren van de teelt en de verwerking van vezelgewassen tot de toepassing in de bouw en infrastructuur.”
De grote beweging maken
“Met de NABB gaan we de grote beweging maken”, verklaart Jan Willem van de Groep, programmaregisseur van Building Balance. “Er kan al heel veel. We moeten nu zorgen voor de juiste marktcondities voor opschaling van de keten voor biobased bouwen. Dat is een lange termijn project, waarvan we weten wat er nodig is. Er is dus ook op de lange termijn vertrouwen nodig dat die markt er komt.”
Inmiddels is de Nationale Aanpak Biobased Bouwen gepresenteerd. Download hier de presentatie en de NABB.
Concrete successen en plannen
Ter afsluiting van het plenaire gedeelte van de bijeenkomst vertellen een aantal spelers uit de keten wat er al concreet gebeurt. Er komen twee initiatieven aan bod die het afgelopen jaar successen hebben behaald. En twee initiatieven die komend jaar concrete plannen hebben.
Zo vertelt Joost Lobee, Directeur Bestuurder van Woonstichting Compean over de Brabantse corporatiedeal. “Corporaties zijn één van de grootste opdrachtgevers in de bouw. We kunnen veel impact hebben door in de regio gezamenlijk de juiste vraag te stellen. Bovendien is de Brabantse corporatiedeal schaalbaar naar andere regio’s.”
Marriël Edzes is Carbon specialist bij GreenInclusive en zelf biologisch boerin. Zij heeft de eerste de eerste CCS (Carbon Capture and Storage) methodologie ontwikkeld, om de CO2 opname van vezelhennep en de opslag daarvan in biobased bouwproducten te waarderen. “GreenInclusive heeft dit jaar CO2-certificaten op de vrijwillige markt gebracht en ook al de eerste verkocht. Met de opbrengst van deze certificaten krijgen agrariërs een extra vergoeding voor het telen van vezelhennep. Dat zorgt voor een beter verdienmodel en een gelijk speelveld voor biobased gewassen.”
Lucas Peters wil met zijn consortium Miscanthus-Agri de miscanthusteelt opschalen. “Miscanthus of olifantsgras heeft grote potentie, omdat het hard groeit en 20 jaar lang jaarlijks geoogst kan worden. Het begin van de teelt is belangrijk voor een goede oogst in de volgende jaren. Wij gaan de Nederlandse teelt ondersteunen, bijvoorbeeld met goed uitgangsmateriaal, hulp bij aanplant en door kennis over dit gewas naar ons land te halen.”
Tenslotte vertelt John Smiths van Sam panels (voorheen Ecor) over de productie van hun biobased plaatmateriaal. “Extra mooi is dat wij vooral reststromen verwerken. Waar veel partijen de goede vezels willen, kunnen wij uit de voeten met het ‘slechtste’ stukje of zelfs het stof van het gewas. Daarmee maken wij nu en ook in 2024 100% gezonde en in Nederland geproduceerde biobased binnenplaten.”
Verdiepende workshops en Dutch design week
Na het plenaire gedeelte volgen alle aanwezigen een verdiepende workshop die aansluit op hun vakgebied.
- Vezelteelten als nieuw perspectief voor de agrarische sector
Waar willen we naar toe en welke condities zijn nodig? Welke acties kunnen we nemen? Interessant voor: iedereen die actief is in het landbouwdomein. Bekijk de presentatie van BB23 workshop 1. - Activatie van de industrie
Hoe ontwikkelen we een verwerkende vezelindustrie voor bouwmaterialen in Nederland? Welke mate van vertrouwen, ondernemerschap en schaalbaarheid zijn nodig? Wat kan het betekenen voor de regio? Welke regelingen zijn in de maak? Interessant voor: iedereen die werkt in de industrie of dit stimuleren. Bekijk de presentatie van BB23 workshop 2. industrie. - Aanpassen van normen, stimulering van opschaling en creëren van de juiste condities
Welke aanpassingen in regelgeving is er nodig om op te schalen? Wat loopt er al om de juiste condities te creëren? En wat verandert er de komende jaren? Interessant voor: iedereen die bezig is met biogrondstoffen. Bekijk de presentatie van BB23 workshop 3 aanpassingen in regelgeving. - Vraagstimulering door woningcorporaties
Hoe kunnen woningcorporaties (lokale) ketens stimuleren? Hoe kunnen de lessen uit de Brabantse Corporatiedeal vertaald worden naar andere deals? Interessant voor: woningcorporaties, commerciële verhuurders, verduurzamingsbedrijven en onderhoudsbedrijven. - Het bouwen van ketens van land naar pand
Hoe kan je een regionale keten bouwen? Met welke spelers doe je dit? En hoe maak je de verbinding met landelijke initiatieven? Interessant voor: provincie, regio’s, gemeenten en iedereen die met gebiedsplannen bezig is. Bekijk de presentatie van BB23 workshop 5. - Samenwerken met andere initiatieven en programma’s
Welke programma’s zijn er die met dezelfde transitievraagstukken aan de slag zijn? Welke raakvlakken hebben ze? En hoe kunnen we elkaar versterken? Interessant voor: Iedereen die aan aanpalende programma’s bij overheden of brancheorganisaties werkt. Bekijk de presentatie van BB23 workshop 6 samenwerking.
Er is ook gelegenheid om onze partners op de Dutch Design week te bezoeken. Zoals de Embassy of Circular & Biobased Building, waar bezoekers met verbeeldingen en verhalen worden meegenomen in de hoopvolle perspectieven van biobased leefomgevingen. Er is daar ook een gewas-product expo, met een overzicht van de kansrijke Nederlandse biobased bouwketens.
Praktische tools voor biobased opschaling
De dag wordt gezamenlijk afgesloten met praktische tools voor biobased opschaling. Zo wordt de Gids Biobased Isoleren 2023 gepresenteerd. Deze uitgave van Holland Houtland bevat uitgebreide inspiratie over biobased isoleren, zoals interviews met huiseigenaren, woningcorporaties, aannemers en biobased experts. En Building Balance zelf lanceert het Handboek Biobased Na Isoleren Daken met tips, een concreet stappenplan én zes bouwdetails. Hiermee geven we de eerste aanzet om detailleringen voor biobased bouwen beschikbaar te maken voor de markt.
Pieter Grinwins, Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie, en Norbert Scholte van Building Balance namen tot slot de biobased verkiezingsbeloften door voor de aankomende Tweede Kamer verkiezingen. Daarna is er uitgebreid de tijd om elkaar te spreken. Om nog meer positieve energie en connecties op te doen om mee aan de slag te gaan met de opschaling van biobased bouwen. Want uiteindelijk kunnen we alleen samen een serieuze Nederlandse biobased economie neerzetten!
200 miljoen voor grootschalige aanpak biobased bouwen
Op 8 november is de Nationale Aanpak Biobased Bouwen (NABB) gepresenteerd. Vier ministeries, BZK, I&W, LNV en EZK, trekken 200 miljoen euro uit om het grootschalig gebruik van biobased bouwmaterialen te stimuleren. Building Balance wordt de uitvoeringsorganisatie van dit plan en gaat gericht aan de slag met het opzetten en ondersteunen van ketens.
Biobased bouwen is een zeer kansrijke methode om de milieu-impact van de landbouw, industrie en de bouw te verlagen. De uitstoot van CO2 is lager en er zijn minder niet-hernieuwbare grondstoffen nodig, omdat materialen steeds weer aangroeien. De Nationale aanpak moet leiden tot een nieuwe nationale markt voor de grootschalige teelt, verwerking en toepassing van biobased bouwmaterialen. Dit geeft boeren perspectief op een duurzaam verdienmodel, terwijl bouwers over voldoende duurzame materialen kunnen beschikken. En het draagt bij aan een circulaire economie.
Tot 2025 en daarna
Met de NABB stellen de ministeries tot 2025 (fase 1) 25 miljoen euro beschikbaar om een markt op te zetten. De overige 175 miljoen euro is een reservering om de markt uit te breiden in de jaren daarna (2025-2030, fase 2). De aanpak is opgesteld in samenwerking met andere overheidspartijen, marktpartijen en kennisinstellingen.
Ambities
De ambitie is om in 2030 minstens 30% van de nieuwbouwwoningen met minimaal 30% biobased materialen te realiseren. Hetzelfde percentage geldt als doelstelling voor isolatiemaatregelen voor verduurzaming én voor de gebruikte materialen voor utiliteitsbouw. Ook moet een substantieel deel van de materialen voor infrastructurele bouwwerken en objecten biobased zijn. Denk aan zoals asfalt, straatmeubilair en fietsbruggen.
Hiervoor moeten er in 2030 minstens 25 producerende ketens van boeren, industriële verwerkers en bouwers zijn. Doel is dat de teelt van vezelgewassen voor bouwmaterialen groeit van circa 2.000 naar 50.000 hectare en de verwerkingscapaciteit naar minimaal 400.000 ton vezels per jaar.
“markt het zetje geven dat nodig”
“De ervaring leert dat een markt niet vanzelf tot stand komt”, zegt minister Hugo de Jonge van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. “Het aandeel biobased is nu nog erg klein en het is voor marktpartijen niet gemakkelijk om dit aandeel zelfstandig te vergroten. Met deze investering willen we de markt het zetje geven dat nodig is om uit te groeien tot een volwaardige markt. Van de boer die een gewas produceert tot de verwerker en de bouwer die het product uiteindelijk gebruikt. We gaan dus van land naar pand; hier groeien huizen.”
Vraag naar biobased isolatiematerialen stimuleren
De belangrijkste actie om dit voor elkaar te krijgen is het opzetten en opschalen van ketens van boeren, verwerkers en bouwers. Hiervoor stelt het plan een breed palet aan maatregelen voor. De vraag naar biobased isolatiematerialen wordt gestimuleerd door de aanscherping van de milieuprestatie-eis voor gebouwen, met zwaardere sturing op CO2. Ook komt er een financiële stimulans in de vorm van een bonus in de subsidieregelingen voor woningeigenaren.
Nadrukkelijker sturen op milieuprestaties infra
In de infrasector gaat de overheid nadrukkelijker sturen op milieuprestaties en via stimuleringsregelingen biobased innovaties belonen. De verwerkende industrie ontvangt daarnaast financiële steun via een regeling om productiefaciliteiten op te zetten. Voor boeren is het vooral van belang dat zij kunnen meedoen in ketens van boeren, verwerkers en bouwers, ondersteund door langjarige afspraken. Zo loont het ook om bijvoorbeeld vezelhennep te telen. Verder wordt de mogelijkheid onderzocht om door middel van carbon credits de inkomsten te verbeteren van boeren die vezels telen.
Opdrachten vanuit de overheid om vraag te stimuleren
In het plan staat ook beschreven hoe grote opdrachtgevers zoals het Rijksvastgoedbedrijf, Rijkswaterstaat, ProRail en woningcorporaties, in hun omvangrijke bouwprojecten, kunnen bijdragen aan het vergroten van de vraag naar biobased materialen. Rijkswaterstaat is al ver gevorderd met de ontwikkeling van asfalt waarin biogrondstoffen de plaats innemen van fossiele grondstoffen (bitumen). Samen met deze partijen kijken de betrokken ministeries naar manieren om de criteria voor de aanvraag hiervan te versnellen, en welke indicatoren daarvoor gebruikt kunnen worden.
Zie ook
- Kamerbrief en de Nationale Aanpak Biobased Bouwen (rijksoverheid.nl)
- Circulair en industrieel bouwen (onderwerp)
- Praktijkverhaal Korte ketens voor biobased (bouw)economie | Praktijkverhaal | Home | Volkshuisvesting Nederland
Ruim 30 bedrijven tekenen intentieverklaring voor biobased (ver)bouwen in Twente
Op 25 september tekenden ruim 30 bedrijven en organisaties de intentieverklaring voor het project Twentse bouwboeren. Partijen vanuit de hele keten, van agrariërs tot bouwers en van gemeenten tot terreinbeherende organisaties hebben zich zo verenigd. Ze zetten zich samen in voor biobased bouwen in Twente. Omdat ze geloven dat biobased bouwen een belangrijke bijdrage kan leveren aan de verduurzaming van de agrarische en de bouwsector. En aan de transitie naar een circulaire economie. Ze zien het als hun verantwoordelijkheid om deze ontwikkeling in Twente te stimuleren en te ondersteunen.
Ambitie voor 2030
De partijen hebben de intentie om uiterlijk in 2030 in Twente toe te werken naar:
- Teelt van 1.000 ha biobased landbouwgewas
- Die jaarlijks 10.000 ton biobased materiaal oplevert en
- 15.000 CO2 equivalenten bespaart dan wel vastlegt, en die jaarlijks
- 2.000 bestaande woningen kan voorzien van biobased materiaal (50% van de bestaande corporatiewoningen) én
- 2.000 nieuwbouwwoningen kan voorzien van biobased materiaal (50% van de te bouwen woningen)
- Tenminste 60 personen kunnen hierdoor extra werkzaam zijn in een biobased productieketen en
- 100 of meer boerenbedrijven met biobased landbouwgrond kunnen een plus op hun verdienmodel realiseren en samen bijdragen aan een
- Aantrekkelijk landschap, met meer biodiversiteit, minder stikstofuitstoot, betere bodem- en waterkwaliteit terwijl dit ook een
- Fijn en gezond binnenklimaat oplevert in de biobased woningen zelf en waarbij we samen
- Een gezonde markt bouwen met nieuwe spelers die biobased materiaal uit Twente en omstreken verwerken tot isolatie- of ander bouwmateriaal.
Onderzoek en kennis delen
De Twentse partners gaan de mogelijkheden van biobased (ver)bouwen onderzoeken. Welke natuurlijke materialen zijn geschikt voor de bouw en renovatie van huizen en gebouwen? En welke grondstoffen en bouwtechniek zijn hiervoor nodig? Daarnaast willen ze onderzoeken hoe ze de productieketen van deze materialen efficiënt kunnen opstarten, versterken en verduurzamen. Overheden en woningcorporaties brengen voldoende locaties in voor biobased bouwen in Twente. De werkgroep werkt samen met Building Balance voor het delen van kennis en leren van vergelijkbare initiatieven in Nederland. Het is een gezamenlijk leerproces, waarbij de haalbaarheid van de gestelde ambities jaarlijks worden gemeten.
Proefperiode en opschaling tot 2028
Het komende jaar wordt gebruikt als proefperiode voor Biobased bouwen. In een aantal projecten worden de mogelijkheden van biobased bouwen bekeken en kan er geleerd worden van de ervaringen. Vanaf 2024 zetten de partners zich in om het aantal biobased ge- of verbouwde woningen jaarlijks op te voeren tot 1.000 woningen in 2028
Aan de slag!
Nu de handtekeningen zijn gezet willen de Twentse Bouwboeren vooral aan de slag met alle mooie ambities. De businesscases van verschillende ketens worden gezamenlijk verder uitgewerkt en er wordt gewerkt aan een regiodeal. Het uiteindelijke doel is een zo groot mogelijk draagvlak van publieke en private partijen en kennisinstellingen die willen bijdragen aan de biobased ambities van Twente.
Wilt u nog aansluiten? Dat kan! Neem contact op met info@twentsebouwboeren.nl
Tweede sessie Van Land tot Pand in West-Brabant: “Noodzaak biobased bouwen neemt toe”
Wat kosten de grondstoffen voor biobased bouwen? Welke materialen gebruik je? Hoe kunnen we de hele keten activeren? Tijdens de tweede kennissessie ‘Van Land tot Pand’ over biobased (ver)bouwen in West-Brabant stonden deze vragen centraal. De sessies worden georganiseerd door Building Balance, Rabobank, REWIN, Impuls Zeeland, Circulair bouwen Zeeland en Regio West-Brabant (RWB).
In totaal zijn er vier bijeenkomsten, waar agrariërs, bouwbedrijven en woningcorporaties uit de regio zien hoe ze elkaar kunnen versterken om aan de groeiende vraag naar biobased bouwen te voldoen. En wat ze daarvoor met elkaar moeten organiseren. “Biobased bouwen wordt steeds aantrekkelijker. En er wordt niet alleen over gepraat, maar bouwbedrijven gaan actief met biobased materialen werken. Boeren kiezen voor gewassen die daar geschikt voor zijn”, vertelt Cor van Oers activator agrarisch sector bij Building Balance. “De noodzaak om te veranderen neemt toe.”
Nieuwe materialen, andere gewassen
Biobased bouwen richt zich op het toepassen van plantaardig, herbruikbaar materiaal in gebouwen. Gewassen als hennep, vlas of miscanthus bevatten natuurlijke vezels die gebruikt kunnen worden als isolatiemateriaal. Ook houtbouw is een goed voorbeeld van biobased bouwen. Er is innovatie in de keten nodig om deze gewassen te telen, te verwerken tot bouwmateriaal en toe te passen in de bouw.
Aan de slag
De urgentie om niet alleen over biobased bouwen en verbouwen te praten is bij alle partijen duidelijk merkbaar. Zo zegt Eric Segeren van modulaire bouwer The Box System: “Wij willen vooral beginnen. We hebben al gesprekken met REWIN en willen ook daadwerkelijk aan de slag om woningen te bouwen op basis van biobased bouwmateriaal.”
Marc van der Bol, akkerbouwer uit Moerstraten (gemeente Roosendaal), sluit zich daarbij aan: “Als agrariër wil je gewoon starten met het telen van gewassen die dienen als grondstof voor biobased bouwmateriaal. Dat kan alleen als we weten dat er ook vraag vanuit de markt is. Daarna is het een kwestie van gewoon beginnen en zien of het een succes wordt. Ik en andere jonge agrariërs kijken in elk geval positief naar de ontwikkelingen.”
Drempels
Er zijn volgens de aanwezigen nog wel enkele drempels te overwinnen zijn, wat betreft wet- en regelgeving, certificeringen en ook verdienmodellen voor agrariërs en ontwikkelaars. Al zijn er na de sessie vooral positieve geluiden te horen dat daar verandering in kan komen. Want ook ontmoetingen en netwerken zijn belangrijke redenen om ‘Van Land tot Pand’ te organiseren. In de hoop dat de verschillende partijen uit de keten elkaar (beter) weten te vinden.
Meer informatie
In de twee volgende sessies zoomen de deelnemers in op hoe je als schakel in de keten het verschil kunt maken, wat daarvoor nodig is en hoe je door ketensamenwerking een goed resultaat kunt bereiken.
Wil je de volgende keer aansluiten? Neem dan contact op met ketenregisseur Mark Kok via mark@buildingbalance.eu.
Dit is een artikel van Regio West-Brabant
Geslaagde inspiratiesessie met bewindslieden
Het gebruik van biogrondstoffen kan flink bijdragen aan de klimaat-, natuur- en circulaire doelen van Nederland. Voor de opschaling daarvan is het belangrijk dat er vertrouwen ontstaat dat het gebruik van biogrondstoffen door de overheid wordt gestimuleerd. Vanuit de andere kant is het voor de overheid belangrijk om zekerheid te krijgen dat bedrijven hun belofte ook echt kunnen waarmaken. Hoe kunnen we dat realiseren? Daarover gingen een aantal koplopers, aangesloten op het Nationaal programma Building Balance, in gesprek met minister Hugo de Jonge, minister Piet Adema en staatssecretaris Vivianne Heijnen
Onder leiding van moderater Lucas De Man werd er volop informatie gedeeld en gediscussieerd met de betrokken bewindspersonen die actief willen bijdragen aan de ambitie om biobased bouwen in Nederland te versnellen. Tijdens de sessie gaven diverse ketenpartijen een inhoudelijke toelichting:
- Jan Willem van de Groep, programmaregisseur van Building Balance heeft in hoofdlijnen de kansen van biobased bouwen belicht en de uitdagingen die er liggen met betrekking tot het creëren van de goede opschalingscondities.
- André Hoogendijk van BO Akkerbouw en melkveehouder Eric Kleissenvertelden over de kansen voor de landbouwsector wanneer ook wordt ingezet op de teelt van vezelgewassen als primaire grondstof voor natuurlijke bouw- en isolatiematerialen.
- Marthijs Roorda van GreenInclusive gaf een toelichting over hoe het Friese bedrijf een natuurlijke waardeketen ontwikkelt, CO2 vastlegt en werkt aan een eerlijk en transparant verdienmodel voor alle betrokken ketenpartners.
- Directeur Harwil De Jonge van Heijmans stipte de ambities van het bouwbedrijf aan om volop in te zetten op het toepassen van lokaal geproduceerde biobased bouwmaterialen en de uitdagingen die daar bij komen kijken.
In een open setting is er gesproken over de ontwikkelingen bij marktpartijen en de rol van de overheid om klimaat- en grondstoffenambities versneld te realiseren. In de komende weken wordt er door de marktpartijen, de ministeries en Building Balance gewerkt aan concrete vervolgstappen.
Waterschap Vallei en Veluwe: “Stimuleer vezelteelt”
Elk waterschap in Nederland zou vezelteelt moeten stimuleren, vindt Adriaan Smeenk, programmamanager bij Waterschap Vallei en Veluwe. Vezelgewassen zorgen voor een gezondere bodem, minder belasting van het water en leggen CO2 duurzaam vast. Het Gelderse waterschap wil de voordelen van vezelteelt meer onder de aandacht brengen van stakeholders. “Sterke ketens zijn in de circulaire economie essentieel.”
Moet een waterschap zich wel bezighouden met vezelteelt? Collega Wim van Vilsteren van waterschap Vallei en Veluwe krijgt die vraag wel eens. Zijn antwoord: “Grappig, want juist het water en de bodem kunnen voordelen hebben van de verbouw van vezelplanten. Dus ja, we kunnen een klein onderdeel zijn van die keten van plant tot pand. Al is onze rol bescheiden, we kunnen het onderwerp agenderen en onder de aandacht brengen van gemeenten. Juist vanuit onze maatschappelijke verantwoordelijkheid voor water- en bodemsystemen.”
Het sterke van Building Balance is dat er vraag naar biobased grondstoffen wordt gecreëerd. En dat er een sterke keten wordt opgezet, vindt Van Vilsteren. Van telers, via verwerkers naar afnemers. “In de circulaire economie zijn sterke ketens essentieel”, geeft hij aan. “En dat doet Building Balance. Als er geen vraag is naar vezelplanten, ben je nergens. Je ziet dat de vraag naar biobased producten, zoals isolatiemateriaal met een zo klein mogelijke CO2-voetafdruk, op gang komt. Dat intrigeert mij mateloos”.
Aanjaagfunctie
Voor de opbouw van zo’n keten is een breed draagvlak nodig, onderstreept Adriaan Smeenk. Landeigenaren en bouwers moeten volgens hem voor de echte transitie zorgen. Maar onderschat de aanjaagfunctie van overheden niet, vult Van Vilsteren aan. “Door aan de voorkant eisen te stellen aan gebiedsontwikkelingen kunnen zij de biobased markt stimuleren. Ook door financieel garant te staan als biobased materialen tijdelijk duurder zijn.”
De voordelen van vezelteelt voor bodem en water zijn groot, weten beiden. Ook waterschappen zijn volop betrokken bij de landbouwtransitie. Van Vilsteren zag al snel kansen voor de verbouw van vezelgewassen bij het bouwen van nieuwe kringlopen. “Daarbij kijken we welke gewassen bij welk water- en bodemsysteem passen. Omdat er bij vezelteelt minder meststoffen en pesticiden worden gebruikt, is dat gunstig voor de waterkwaliteit.” Een ander voordeel is dat de diepe wortels van bepaalde vezelplanten, zoals hennep en zonnekroon, voor een gezonde bodem zorgen. “Ze verbeteren de bodemstructuur en hebben minder behoefte aan water en zijn daardoor ook minder gevoelig voor droogte. Ze houden water beter vast en geven dit af in tijden van droogte.”
Broeikasgassen
Een ander groot voordeel is dat vezelgewassen koolstof opnemen, omdat ze CO2 uit de lucht vangen. Belangrijk in de strijd tegen de opwarming van de aarde. Een duurzaamheidsaspect waar ook het waterschap volop van doordrongen is. “Als je er bouwmateriaal van maakt leg je die CO2 dus duurzaam vast”, aldus Wim. Als eerste waterschap was Vallei en Veluwe energieneutraal, maar het streven is om nu ook klimaatneutraal te worden. “Dan is vezelteelt een interessante ontwikkeling. Bij onze zuiveringsprocessen kun je niet alle broeikasgassen weren, maar je kunt de uitstoot mogelijk compenseren door de teelt van vezelgewassen te stimuleren.” Omdat daarbij geen bestrijdingsmiddelen nodig zijn wordt het watersysteem niet belast. Om die reden zou het mooi zijn als meer waterschappen de teelt van vezelgewassen stimuleren, meent Smeenk. “Zo krijgen ze meer inzicht in kennis over wat vezelteelt kan betekenen voor het bodem- en watersysteem.”
Isolatiedekens
In opdracht van het waterschap onderzochten studenten van Wageningen Universiteit recent welke vezelgewassen in de westelijke IJsselvallei kunnen bijdragen aan het behoud van de waterkwaliteit en een voldoende hoog waterpeil. Dit met het oog op toekomstige klimaatverandering. Verder werd gekeken welk gewas bij welk bodemsysteem past, als het natter of droger wordt. Uit hun analyse bleek dat sorghum het beste past in het beheer, gevolgd door hennep en zonnekroon. Deze gewassen geven milieuvoordelen – de teelt biedt wilde dieren een habitat en bevordert zo de biodiversiteit- en zijn economisch haalbaar. Zonnekroon is overigens pas voor de lange termijn een optie, aldus de onderzoekers. Ook dit gewas heeft positieve milieueffecten, al is het lastig om er momenteel een goed verdienmodel aan te koppelen. Zonnekroon en ook brandnetel scoren hoog op het bevorderen van de biodiversiteit, maar qua marktpotentieel is brandnetel minder geschikt. Diverse agrariërs in de Stedendriehoek zijn dit voorjaar overigens gaan experimenteren met de teelt van in totaal zestig hectare vezelhennep. Ze hebben er al afzet voor in de vorm van isolatiedekens, bouwblokken van kalk-hennepsteen, vezelplaat, dakpannen, lambrisering, maar ook bioplastics en andere composieten.”
Bloembollen
Miscanthus werd ook genoemd door de onderzoekers. Het biedt economisch de hoogste opbrengst, al duurt dat wel twee jaar. Op plekken waar de waterkwaliteit in het geding is, kunnen vezelgewassen een alternatief zijn voor teelten met een hoge milieudruk, zoals mais en bloembollen, meent Van Vilsteren. “Deze gewassen (waarbij veel bestrijdingsmiddelen gebruikt worden red.) wil je niet in beekdalen en grondwaterbeschermingsgebieden, omdat ze stoffen afgeven die in het grond- en oppervlaktewater terechtkomen. Vezelgewassen doen dat niet. Dat is een voordeel”, meent Van Vilsteren.
Spaarzaamheid
Om de waterbehoefte nu en in de toekomst zeker te stellen worden diverse maatregelen genomen om de waterstand te verhogen in het gebied van Vallei en Veluwe. “Zo kan het in beekdalen natter worden als de grondwaterstand omhooggaat. Land in het vroege voorjaar bewerken wordt dan lastig”, licht Van Vilsteren toe. “Ook om die reden kan de teelt van vezelgewassen een alternatief zijn voor mais of intensief beheerd grasland.”
Toch zit een generieke toeslag van het waterschap voor elke geteelde hectare vezelgewassen er (voorlopig) nog niet in. Adriaan: “Als partner willen we bijdragen aan onderzoek en kennis. In die zin stimuleren we de teelt. Maar producten moeten zichzelf zonder overheidssteun kunnen verkopen. Ook kun je kijken welke belemmeringen er zijn voor het telen van vezelgewassen en hoe je die kunt wegnemen.” Maar stel dat agrariërs bijvoorbeeld in natte periodes water langer vasthouden, waardoor ze in drogere periodes minder water onttrekken. Zou je deze spaarzaamheid niet kunnen belonen? Van Vilsteren: “Als ze schoner produceren kun je onderzoeken of een vorm van ondersteuning mogelijk is. Of je dit ook moet vertalen in lagere lasten of bijvoorbeeld CO2-credits, is een bestuurlijke vraag die het verkennen waard is.”
Ketensamenwerking ‘Boeren voor Biobased Bouwen’ breed gedragen
Op 6 juli committeren acht sectoren zich aan het vervolg van ‘Boeren voor Biobased Bouwen’. Vanuit een brede groep met zo’n 80 deelnemers vanuit de agrarische sector, de bouw en de overheid, geven zij een gezicht aan de enorme energie die er binnen de keten van plant tot pand aanwezig is. Binnen de samenwerking blijft ieder vanuit zijn eigen doelen het project aanjagen en een regionale ketensamenwerking voor biobased bouwen ondersteunen. Binnen het project komen meerdere transities bij elkaar waardoor het bijdraagt aan de klimaatdoelen, nieuw perspectief voor de landbouw, duurzaam bouwen, agrarisch natuurbeheer en toekomstgerichte landschapsinrichting. Het project wordt begeleid door het programma Building Balance, dat landelijke en regionale ketens initieert, stimuleert en ondersteund.
Nieuwe verdienmodellen voor duurzame toekomst
In de Regio stedendriehoek wordt met het project ‘Boeren voor Biobased Bouwen’ gewerkt aan een ketensamenwerking voor biobased bouwmaterialen. Het verbouwen van teeltgewassen, het verwerken van deze gewassen tot biobased bouwmaterialen en de toepassing van deze producten in Regio Stedendriehoek vormt een basis waar veel energie op zit. Naast de agrarische sector, verwerkers en (bouw)bedrijven, zijn ook corporaties, overheden en het waterschap actieve deelnemers in deze ketensamenwerking van plant tot pand. In elke fase van het proces wordt voor en door de deelnemers waarde toegevoegd voor het behalen van de klimaatdoelen. Dit kunnen nieuwe verdienmodellen zijn of nieuwe producten, maar ook een duurzame leefomgeving en een versnelde stap naar een biobased economie.
Ketenvorming sectoren
Pouwel lnberg, Gemeente Brummen:
“Ja, wij gaan door want wij vinden een goed toekomstperspectief voor onze boeren heel belangrijk. Daarnaast ondersteunen wij duurzaam bouwen. Tussen het telen van het gewas hennep tot het gebruik van het eindproduct in de bouw moeten veel verbindingen worden gelegd. Door dit project helpen we agrariërs bij het omschakelen naar alternatieve gewassen, én werken we toe naar duurzaam bouwen. Een mes dat aan twee kanten snijdt.”
Vincent Buitenhuis, Woningcorporatie Veluwonen:
“Ja, wij gaan door want als woningcorporatie verwachten onze huurders goede, comfortabele en gezonde woningen, voor jong en oud, nu en voor toekomstige generaties. Onze materiaalkeuze bij bouwen of renoveren is medebepalend voor de kwaliteit van de woning. Daarom is het gebruik van natuurlijke (biobased) materialen eigenlijk heel logisch wanneer wij aan de verwachtingen willen voldoen. Wij bouwen nog niet standaard biobased, maar hebben wel ambitie op dit punt. Ervaring en kennis in de praktijk opdoen, en als onderdeel van een regionale keten die nieuw perspectief biedt aan diverse sectoren. Veluwonen kan hiermee meerwaarde creëren bij het wonen aan de rand van de Veluwe!”
Richard van Hoorn, Waterschap Vallei en Veluwe:
“Ja, wij gaan als waterschap door omdat wij overtuigd zijn dat het telen van vezelgewassen een aanwinst is voor zowel de agrarisch ondernemer, ons leefmilieu en de transitie naar duurzamere bouwmaterialen. Een transitie is iets waar je als partners samen aan werkt in een gebied.”
Alfons van de Belt, agrariër:
“Ja, ik ga door omdat vezelhennep positief is voor bodem met een enorme beworteling, weinig mest nodig heeft, geen gewasbescherming en veel CO2 vastlegt. Ik lever hiermee een bijdrage aan de zoektocht naar een beter toekomstig verdienmodel voor boeren in de regio.”
Sjoerd Elgersma, Hofmeijer Voorst:
“Ja, wij gaan door want wij werken aan een eerlijk verdien model voor de gehele keten. Deze keten start bij de landbouw, dus zetten wij ons in voor vezelteelt met een gezond rendement voor boer en bodem. Waar gewenst ondersteunen wij hiermee de transitie van de sector, en dragen vanuit onze hoge duurzaamheidsambitie bij aan een toekomstbestendige regio.”
Rutger Vrielink, Heminkgroep:
“Ja, wij gaan door, want we hebben een enorme renovatieopgave waaraan we op een duurzame wijze invulling willen geven! Wij geloven in regionale ketensamenwerking en zien in biobased bouwmaterialen de toekomst. Alleen samen kunnen we deze duurzame transitie versnellen. In onze projecten bedienen we opdrachtgevers daarom met concrete duurzame en circulaire onderhouds – en renovatieoplossingen.”
Willem Hendrik van Randwijk, Dijkhof Bouw:
“Ja, wij gaan door want wij hebben een grote passie voor duurzaam en toekomstbestendig bouwen. Als bouwbedrijf werken wij graag met ketenpartners die intrinsiek gemotiveerd zijn om deze transitie met elkaar tot een succes te brengen. Naast het belang om op een duurzame manier te willen bouwen, vragen onze vaste opdrachtgevers ook steeds vaker naar duurzame en alternatieve manieren van bouwen, waarop biobased bouwen een antwoord is.”
Gerhard Hospers, BMN-Greenworks:
“Ja, wij gaan door, want als BMN Bouwmaterialen hechten wij veel waarde aan ketensamenwerking en het adviseren en vermarkten van duurzame bouwmaterialen middels ons Greenworks concept. Wij zien de gezamenlijke kansen voor agrariërs, bouwers en opdrachtgevers. Samen bouwen we aan een duurzamer Nederland.”
Tweede ketenbijeenkomst Twentse Bouwboeren Hengelo
Donderdag 29 juni vond de tweede ketenbijeenkomst met de Twentse bouwboeren plaats. Wij kijken hier vol energie en passie op terug.
Gedurende deze zomer wordt er in deelgroepen verder gewerkt aan de business cases van de verschillende ketens. De uitwerking hiervan wordt tijdens de volgende bijeenkomst ‘Intentiebijeenkomst Twentse Bouwboeren’ op 25 september 2023 gepresenteerd. Tevens zal er dan een feestelijk moment georganiseerd worden voor het tekenen van een commitmentverklaring. Verschillende partijen in de keten committeren zich daarmee aan het ondersteunen van en participeren in de opgave van biobased bouwketens. Er wordt deze zomer nog contact gelegd met alle deelnemers van deze sessie.
Lees hier het verdere verslag van deze ketenbijeenkomst. Vind hier de presentatie van deze ketenbijeenkomst.
Kansen voor silphie en vezelhennep
Het telen van natuurlijke bouwmaterialen biedt kansen voor boeren, daarvan is ketenregisseur Janneke Paalhaar van de Twentse Bouwboeren overtuigd. In Twente wordt nu begonnen met vezelhennep, silphie, bamboe en olifantsgras. En in Salland met vezelhennep.
De Twentse Bouwboeren is een van de regionale projecten rond het verbouwen van zogeheten biobased grondstoffen voor de bouw. Het Twentse project wordt gesteund door onder meer Rabobank en waterschap Vechtstromen.
Janneke Paalhaar en Eric Versteeg zijn sinds begin dit jaar als ketenregisseur betrokken bij het project. Hun missie is duidelijk: het stimuleren van de verbouw van vezelgewassen in Twente en zorgen voor een (grotere) vraag hiernaar vanuit de bouwwereld.
Lees meer op de website van vee-en-gewas (via een gratis proefabonnement) of download hier het artikel.
Bron: Vee-en-Gewas.nl – Landbouwnieuws voor Oost-Nederland